nuttige links |
inhoudstafel: snelkoppelingen |
Distrowatch: http://www.distrowatch.com Linux . org: http://www.linux.org/ wikipedia - linux: http://en.wikipedia.org/wiki/Linux google search linux: http://www.google.com/linux wikipedia - linuxdistro's: http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_Linux_distributions linux journal magazine: http://www.linuxjournal.com/ linux gebruikersgids: http://doc.nl.linux.org/guide/users-nl/book.html |
|
Het open source model bestaat sedert de eerste ontwerpen van computertechnologie in de jaren vijftig. De bedoeling is dat systeembeheerders bugs helpen ontdekken en zelf verhelpen, zelf functionaliteiten kunnen toevoegen, en dit alles dan doorgeven aan de developer die deze aanpassingen als update verder kan verspreiden bij zijn klanten.
Open Source heeft als dusdanig niets te maken met non-commercieel. Het is gewoon een ontwikkelingsmodel dat steunt op cooperatie tussen klant en leverancier.
Een goed voorbeeld hiervan is de software op IBM mainframes, waarbij de sources altijd werden meegeleverd.
Freeware is niet noodzakelijk open source. Freeware is gewoon software die gratis wordt aangeboden. Om welke reden dan ook. Op freeware kunnen ook copyrights zitten. Outlook Express is freeware maar je mag er niet mee doen wat je wil. Je mag het niet uit mekaar nemen en voor iets anders gebruiken. Bij outlook express wordt trouwens nooit de broncode meegeleverd.
De GNU public license (GPL) (GNU: Gnu is Not Unix) is een copyright overeenkomst die er voor moet zorgen dat open source software onder deze licentie altijd open source blijft, dat wijzigingen van de source opnieuw moeten worden ingebracht in de ontwikkelingsgemeenschap, en dat de gewijzigde source eveneens als GPL wordt meegeleverd met het aangepaste produkt. Dat produkt mag wel verkocht worden maar anderen kunnen met de source van dat produkt doen wat ze willen, en het eveneens verkopen of gratis aanbieden.
Het is de verdienste van Richard Stallman dat er zoiets bestaat als GPL en 'the Free Software Foundation'.
Richard Stallman begon in de jaren 1980 te ijveren voor vrije software en ontwikkelde vrije GNU versies van vele unix randprogrammatuur. Begin 1990 ontbrak het hem alleen nog aan een kernel om een volledig functioneel systeem aan te bieden.
De Linux kernel werd in 1991 ontwikkeld door Linus Torvalds. Het opkomende internet zorgde voor bekendheid en een versmelting tot GNU/Linux.
De kernel, wordt aangeboden onder GPL versie 2, en samen met andere GNU software zoals de bash shell, de gcc compiler collection, GNU core utils (commando's ls, cp, mv ,rm, ...) krijgen we een besturingssysteem dat GNU/Linux wordt genoemd.
De manier waarop een kernel en GNU software wordt samengegoten in een werkend besturingssysteem noemt men een distributie.
Zo een linuxdistributie, kortweg distro genoemd, voorziet meestal in een te downloaden iso file, die kan gebrand worden op CD of DVD. Op dit installatiemedium zorgt een installer programma er voor dat alle componenten van de distributie op de juiste plaats terechtkomen. Bovendien wordt er gezorgd voor een minimale werkende configuratie.
Vele van deze distributies worden aangeboden als live-CD. Een Live-CD zorgt voor een draaiend systeem zonder installatie op harde schijf.
De kernel, en de utilities er rond, zijn voor veel distributies vergelijkbaar. Hier en daar zijn er wat kleinere verschillen. Zo worden sommige pakketten wel eens in een andere directory geplaatst, en zijn de opstartroutines soms een beetje anders georganizeerd.
Een distributie onderscheidt zich vooral door de gebruikte installer, door zijn Package Manager, door grafische tools en door de standaard meegeleverde software.
Een distributie legt meestal de nadruk op een bepaald toepassingsgebied: Server of Desktop, Multimedia of Programmatie, Netwerkdebugger, RescueCD, Firewall en andere.
Ook de standaard GUI kan verschillen.
UNIX bestaat al sedert de vroege jaren 70. Dat is 20 jaar langer dan Linux.
De meeste GNU commando's zijn open source versies van unix commando's.
De Linux kernel werd door Linus torvalds geconcipieerd als een Unix cloon, met 'POSIX compliance'. (POSIX is een application programming interface.) Linus was op de universiteit zelf niet onder de indruk van minix (een unix cloon voor onderwijsdoeleinden), en wilde het beter doen met zijn eigen kernel. Zo kwam hij in 1991 met het voorstel: "I'm doing a (free) operating system (just a hobby, won't be big and professional like gnu) for 386(486) AT clones."
UNIX bestaat nog steeds in 3 commerciele versies: AIX (ibm), HP-UX (hp) en SOLARIS (sun-oracle).
Bovendien zijn er open source versies van unix, alle met als basis BSD (Berkeley Software Distribution): FreeBSD, OpenBSD, NetBSD en DragonflyBSD. Mac OSX is eveneens BSD-based maar wordt verkocht als commerciële software.
Binaries, dit zijn geprecompileerde programma's, kun je maar uitvoeren op één processorfamilie. De compiler zorgt ervoor dat aan alle eisen voldaan is om het programma op die architectuur te laten werken.
Daarom heb je voor x86 architectuur momenteel twee versies van software, een versie voor 32bit en een versie voor 64bit processors.
Omdat Linux wordt aangeboden als source, kun je de source compileren voor om het even welke hardware.
Er zijn linuxen beschikbaar voor o.a. Intel/AMD based hardware 32 en 64 bit, PPC hardware (Mac), ARM, Mips, System390, Itanium, en alle andere architecturen waarvoor een compiler beschikbaar is. Android is linux based en draait op GSM-telefoons. De TV-merken Philips, Sony en Panasonic draaien alle Linux intern op jouw televisie.
Van de top 500 snelste computers ter wereld draait 90% op Linux. De Macs en de Microsofts in die lijst zijn op 1 hand te tellen.
Distributies duwen een gebruiker in een bepaalde richting.
Redhat is duidelijk een server-OS.
Linux Mint is duidelijk naar de desktop toe gericht.
Een apache server installeren onder Linux Mint duurt echter minder dan 1 minuut. Er is geen verschil in de configuratie in vergelijking met Debian. De grens server/desktop is vaag in Linux.
Wie de moeite doet kan CentOS draaien als desktop.
Debian heeft geen echte voorkeur al is het makkelijker er een server van te maken dan een desktop met de allernieuwste software, videodrivers en wireless netwerkkaarten.
Bij een server komt stabiliteit op de eerste plaats, en daarom zijn server distributies conservatiever wat software versies betreft.
Enkele punten zorgen ervoor dat Linux veiliger is dan andere systemen.
Werken in Linux doe je altijd als gewone gebruiker. Een mogelijke aanvaller die je firefox hijacked kan in dat geval jouw account misbruiken, maar toch heeft hij dan nog geen toegang tot de administratie van het systeem. Hij kent je paswoord ook niet, hij is gewoon even de user die op dat ogenblik is ingelogd. Een rootkit installeren is dan onmogelijk. Het ergste wat een hacker dan kan doen is jouw documenten stelen, vernietigen of vervormen.
Elke service draait in zijn eigen sandbox als een aparte user. Een hacker die een service hackt heeft bijgevolg alleen maar toegang tot die kleine sandbox.
Iemand die een virus schrijft doet dat voor een bepaalde software configuratie (vb.: XP sp3 met Iex8) Door de veelheid aan distributies is het moeilijker voor virusschrijvers om een pandemie in Linux te veroorzaken. Een massmailer moet minstens 1 andere gelijkaardige computer bereiken will een virus voet aan de grond krijgen. Als jij Fedora12 draait, en je wordt geinfecteerd, moet er minstens 1 andere fedora12 gebruiker in je adresboek zitten wil het virus kunnen propageren. Meer nog, die andere gebruiker moet dan ook nog met hetzelfde mailprogramma werken als jij. Momenteel is dit meestal niet het geval. Monoculturen zoals MacOSx zijn kwetsbaarder, ...
Linux servers zijn meestal stabieler dan andere systemen. Inherent aan open source is dat heel veel mensen uit verschillende kenniswerelden de source gaan bekijken. Bugs kunnen dan ook verholpen worden 'on the field'. De open source wereld is rijker aan developers dan de closed source wereld. Op die manier krijg je een zeer stabiele code, en bijgevolg stabiele machines.